1. Laat je kind het zelf doen
Kinderen, en al helemaal in de peuterleeftijd, willen graag dingen zelf doen. Geef je kind daar ook de ruimte voor. Wanneer een kind zelf dingen doet leert hij dat hij, door te blijven proberen, zelf problemen kan oplossen. Hierdoor zal je kind zich zekerder voelen. Als ouder is het niet altijd even makkelijk om je kind deze ruimte te geven. Het kost jouw peuter nou eenmaal meer tijd om zijn schoenen aan te krijgen dan wanneer jij dat voor hem zou doen. En dat vraagt geduld! Probeer daarom extra tijd vrij te maken voor taken of activiteiten die jouw kind zelf zou willen doen en geef hem of haar hier de ruimte voor als dat kan.
2. Laat jouw kind zelf beslissen
Naast het zelf willen doen van dingen willen kinderen ook graag invloed hebben. Wij als volwassenen bepalen ontzettend veel. Van wanneer het bedtijd is voor je kind tot wat er die avond op tafel staat. Om deze reden is het waardevol om je kind keuzes te geven waarin hij zelf kan beslissen. Dit kan ‘m al in kleine dingen zitten. Denk aan het zelf kiezen van broodbeleg of het kiezen welke broek jouw kind die dag aandoet. Geef je kind hierin altijd twee keuzes waar jij ook achterstaat. Zo kun je bijvoorbeeld vragen: “wil je hummus of zuivelspread op je brood?” Door je kind keuzes te geven weet jouw kind dat zijn mening ertoe doet.
Bonustip: Heeft jouw kind, bijvoorbeeld wanneer het bedtijd is, geen keuze? Vraag dan niet “zal ik je naar bed brengen?”. Hierop kan je kind namelijk “nee” zeggen, terwijl je een “nee” van je kind eigenlijk wil respecteren. In plaats daarvan kan je zeggen: “ik zie dat je moe bent, ik ga je naar bed brengen”.
3. Complimenteer je kind
Iedereen vindt het fijn om een compliment te ontvangen, kinderen dus ook. Wanneer je het zelfvertrouwen van je kind wil vergroten is het belangrijk om je bewust te zijn van de manier waarop je complimenten geeft. We zijn snel geneigd om een compliment te geven zoals: “wat goed!” of “wat ben je slim”. Toch is het waardevoller om een compliment te geven over de inzet van het kind. Dit noem je ook wel procesgerichte complimenten. Voorbeelden hiervan zijn: “wat doe je je best” of “je hebt je schoenen helemaal zelf aangetrokken”. Hierbij hoef je niet eens te benoemen dat dit heel goed of knap is. Bevestigen dat je iets gezien hebt of dat iets is gelukt, is hierin waardevoller en stimuleert het kind om het de volgende keer weer zelf te doen.
Beluister de aflevering Complimenten geven, wat wel en niet doen? van De Opvoedcast van CompaNanny.
4. Laat je kind fouten maken
Als volwassene weet je dat je van fouten maken leert. Bij kinderen is het maken van fouten nóg belangrijker. Kinderen doen alles voor de eerste keer en dat gaat vaak niet vanzelf. Kinderen leren lopen met vallen en opstaan en dat geldt ook voor andere vaardigheden. Wanneer jij vertrouwen uitstraalt dat je kind iets kan leren, dan zal dit voor hem ook makkelijker gaan. Daarbij zullen regelmatig bordjes van de tafel vallen of bekers omgaan. Je zal zien dat je kind dit niet expres doet en dat jouw geduld hierin van grote waarde is.
5. Vergelijk je kind niet met een ander kind
Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en tempo en dat is belangrijk om te respecteren. Probeer je kind daarom niet te veel te vergelijken met andere kinderen. Het kan zo zijn dat jouw kind pas drie maanden later leert lopen dan die van je vriendin. Alleen waanneer je dit respecteert en accepteert, kun je jouw kind met voldoende zelfvertrouwen zien opgroeien.